3 Watermeerwijk
Watermeerwijk is rond 1650 ontstaan als ontginningsboerderij aan de rand van het Nederrijkswald. In de 18e en 19e eeuw groeide het uit tot een landgoed. Rond 1900 vormde het een toeristische trekpleister voor gegoede burgers uit Nijmegen, die er op lome zomerdagen thee nuttigden en met hun geliefde in een roeibootje op de vijver peddelden. De doorgaande weg liep toen nog links (ten noorden) van de vijver.
De vijver is van oorsprong – net als het Kerstendal – waarschijnlijk een spreng, een door de Romeinen gegraven beek om watervoerende lagen aan te boren. Aan de oostkant van de vijver is nog duidelijk de uitgeworpen grond te zien. Het dal van de Meerwijk is rijk aan bronnen, wat de Romeinen ongetwijfeld goed in de gaten hadden.
Sommigen denken dat de vijver in de Romeinse tijd heeft gediend als opvangbekken voor het water uit het Kerstendal. Inderdaad is bij booronderzoek gebleken dat de grond onder uw voeten door mensenhand is opgeworpen en dient als een soort stuwdam. Helaas ontbreekt een datering, zodat we niet weten of de dam is aangelegd door de Romeinen. De dam zou ook kunnen stammen uit de 11e of 12e eeuw. Uit die tijd stamt de motte (kasteelheuvel) op de rechteroever van de vijver. Misschien wilde men op die manier de grachten vol water laten lopen. Archeologen zouden de vijver heel graag willen onderzoeken, maar het is na WO II gebruikt als munitiestort. Levensgevaarlijk dus.
• Vervolg uw weg over het fietspad van de Meerwijkselaan. Na ±350m komt u bij punt 4.